Pagina: [1] [Terug]


Materieel 1935 en 1936

Mat '36 (voluit: Materieel '36), is de naam van elektrisch stroomlijnmaterieel voor personenvervoer, dat zijn type-aanduiding dankt aan het jaar van bestelling door de Nederlandse Spoorwegen.
Hoewel eind 1937 er al materieel klaar was vond de indienststelling pas in 1938 plaats.

De vorm was gebaseerd op die van de dieselelektrische treinstellen van het type Mat '34, ook wel bekend als Diesel-drie. In totaal zijn 90 van deze treinstellen gebouwd en geleverd. Het elektrische stroomlijnmaterieel bestond uit een voorserie Mat '35 van acht tweerijtuigstellen voor de lijn Rotterdam - Hoek van Holland (in dienst eind 1935) en een aantal vervolgseries.

De serie Mat '36 bestond uit 53 tweerijtuigstellen (211-263) en 37 drierijtuigstellen (601-637). De van oorsprong tweedelige stellen hadden Jacobsdraaistellen (waarbij twee rijtuigbakken op een gemeenschappelijk draaistel rusten). De van oorsprong driedelige stellen hadden een klassieke oplegging, waarbij elke rijtuigbak op twee aparte draaistellen rustte. Door de elektrische en pneumatische verbindingen in de Scharfenbergkoppelingen konden de stellen in treinschakeling rijden met de treinstellen Mat '35, Mat '40, Mat '46 en Mat '54.

Een deel van de treinstellen (29 tweerijtuigstellen en alle drierijtuigstellen) is vanaf 1942 verlengd door toevoeging van een extra middenbak, hierbij werden de tweerijtuigstellen verlengd tot drierijtuigstellen en de oorspronkelijke drierijtuigstellen verlengd tot vierrijtuigstellen. Het tot drierijtuigstellen verlengde materieel werd hernummerd in de serie 401-429. Het tot vierrijtuigstellen verlengde materieel en de resterende tweerijtuigstellen behielden de oude nummers. In de Tweede Wereldoorlog ging een deel van het materieel door oorlogshandelingen verloren en een aantal treinstellen werd afgevoerd in oostelijke richting. Een deel hiervan kwam na de oorlog niet meer in dienst. Het overige materieel werd na de oorlog hernummerd om weer aaneengesloten reeksen te krijgen, waarbij de treinstellen met de hogere nummers werden vernummerd om de nummers van de verloren gegane treinstellen op te vullen. Nog eens 13 tweerijtuigstellen werden door toevoeging van een extra middenbak verlengd tot drierijtuigstellen en vernummerd in de serie 441-453. De serie 441 verscheen al in 1949 op de baan. Een verschil met de serie 401-429 was dat de middenbak van deze serie was voorzien van een bagageruimte en de middenbak van de serie 441-453 niet.
Mat '36 stond model voor het naoorlogse Mat '46, dit omdat na de Tweede Wereldoorlog snel behoefte was aan nieuw materieel.
Mat '36 deed met name dienst in het westen en het midden van het land. Vanaf het midden van de jaren '60 werd de serie afgevoerd en vervangen door Mat '64.

Dreigende nummerdoublures

Toen de aflevering van de nieuwe serie Plan V mat. ’64 begon vanaf maart 1966 (dus met de nummers 401 e.v.) waren er nog driewagenstellen mat’36 in dienst. Deze 405, 413, 416 en 418 werden om nummerbotsingen te voorkomen in volgorde vernummerd in 437-440.

  • Treinstel 405 werd 437, later 437 “O”
  • Treinstel 413 werd 438, later 438 “O”
  • Treinstel 416 werd 439
  • Treinstel 418 werd 440

Toen later de aflevering van deze Plan V-serie bij de 437 was aangekomen (dit treinstel kwam op 22 mei 1968 in dienst) dreigde er opnieuw een nummerconflict. Daar de drietjes mat’36 op dat moment nog maar kort “te leven” hadden werden de 437 en 438 voorzien van een “O” (O van oud) boven het nummer. Zo werd althans administratief verwarring voorkomen, qua uiterlijk was er geen mogelijkheid de stellen te verwisselen…..

Uiteindelijk verdwenen de 437-440 en bleef alleen de 440 over, de oude 418 dus met als eerder nummer tweerijtuigstel 252. Dit treinstel is nu dus de enig overgebleven vertegenwoordiger van de eens zo grote series elektrisch stroomlijnmaterieel van NS, beter bekend als mat’36 (zie hieronder).

Bewaard gebleven treinstel 440

Drierijtuigstel 440 (voorheen stel 418, ex 252), ingekort tot het oorspronkelijke tweerijtuigstel en vernummerd tot 252, is bewaard gebleven en opgenomen in de collectie van de stichting STIBANS. Dit treinstel is niet rijvaardig, de STIBANS is begonnen dit treinstel te laten restaureren en het zal weer in rijvaardige staat worden gebracht. Op 12 april 2008 is het treinstel overgebracht naar de werkplaats van Delitzsch in Duitsland, waar het treinstel een revisie zal ondergaan. Het treinstel is overgedragen aan het Spoorwegmuseum waar het zal worden opgesteld.

Bron: Archief Peter van der Vlist

Vanaf 1937/indienststelling 1938:
53 tweerijtuigstellen: 211 - 263
37 drierijtuigstellen: 601 – 637

Vanaf 1942:
24 tweerijtuigstellen:
29 drierijtuigstellen:
37 vierrijtuigstellen:
211 - 234
401 - 429
601 – 637

Vanaf 1950:
5 tweerijtuigstellen:
19 drierijtuistellen:
13 drierijtuigstellen:
25 vierrijtuigstellen:
211 - 215
401 - 419
441 - 453
601 - 625

Genoemd moet worden treinstel 461. Dit treinstel kon na de afsluiting van de herstelperiode samengesteld worden uit nog overgebleven bakken van de serie 601 - 637.



Treinstel mat.’36 ELD4-604 halteert op het station Soest om zijn rit als trein 2055 naar Baarn te vervolgen; 11 augustus 1965. Foto: Peter van der Vlist.
Elektrisch driewagentreinstel, type materieel 1936 in oude station Soest Zuid. Prentbriefkaart. Collectie Jos Beerman. Datering ligt vóór 1963.


De aanduiding "O" boven het stelnummer van de oude 437 (mat. '36) moest administratieve verwarring voorkomen met het nieuwe Plan V treinstel 437 (mat.'64). Voor de 438 was hetzelfde bedacht. Foto: Peter van der Vlist, 8 augustus 1968. Materieel 1936 was een vertrouwd beeld in Utrecht CS. Op deze foto uit 1963 een treinstel op spoor 14 in het Buurtstation. Het is trein 714 Utrecht - Hilversum - Amsterdam (reed niet op zaterdag, niet op zondag en niet op feestdagen). Foto: Edward Bary.

Treinstel Eld-4 615 (materieel 1936) op buurtspoor 14 te Utrecht CS, na aankomst als trein 2833 (Hilversum – Utrecht, a: 14:02 uur). Links is seinhuis A nog te zien en een e-loc 1200 op kopspoor 15. De “Peter Stuyvesant”-reclame voor het gelijknamige sigarettenmerk steekt boven de perronoverkapping uit. De bovenleiding op het emplacement kende nog hoge afspanmasten, waarvan er vier te zien zijn. Foto: Edward Bary, 12 maart 1967.

Watergraafsmeer, 22 januari 1970. De voor sloop bestemde koprijtuigen 625 van het voormalige vierwagen treinstel ElD4 was eerder gebruikt bij filmopnamen voor de (TV-) actie ‘Ho, geen risico’. Op een wel erg duidelijke wijze werd een overwegbotsing gefilmd: de twee rijtuigen van de 625 werden (op de lijn naar Woudenberg) door een dieselloc opgeduwd, los gelaten en vervolgens op een auto los gelaten die op een overweg neergezet was. In die tijd (vanaf 1968) speelde de introductie en de uitrol van de nieuwe NS-huisstijl: gele reizigerstreinen met het nieuw NS-embleem, de zogenaamde vishaak. Het ‘oudere’ materieel kreeg het embleem bij de eerste beste gelegenheid opgeplakt, ook na bijvoorbeeld een bezoek aan de lijnwerkplaats. Het op dat moment nog aanwezige materieel ’36 werd (uiteraard) ontzien van deze nieuwe uitstraling: de slopershamer wachtte immers. Dit treinstel (eigenlijk één rijtuig) heeft de eer gehad (als enige van het mat’36) voorzien te zijn geweest van het NS-embleem; dat hoorde in beeld te komen natuurlijk…. Foto: Peter van der Vlist.