Beveiligingen klassiek (elektrisch)mechanisch: armseinen, rangeerseinen, borden en handelinrichtingen

Voorseinpaal van het vroegere automatisch blokstelsel met armseinen op het baanvak Almelo – Mariënberg. Dit inrijvoorsein voor de beveiliging van het station Vroomshoop (Vhp) stond nabij Daarlerveen (Dlv) en ging vooraf aan het inrijsein Vroomshoop; dit sein stond aan de Almelose kant en we kijken hier naar het noorden, richting Mariënberg. Het jaar van indienststelling is momenteel niet bekend en is nog in onderzoek. Het voorsein en het inrijsein stonden aan de zuidkant van de brug over het kanaal (*) en werden bediend vanuit de Alkmaarse Handelinrichting bij het station Vroomshoop. Door de elektrische bediening waren er geen trekdraden onder het water door nodig en ook geen bedieninrichting (wachtpost) aan de zuidkant van het kanaal. Deze beveiliging met armseinen is buiten dienst gesteld toen Vroomshoop VCVL kreeg op 5 september 1984. Deze seinpalen werden ook op een paar andere plaatsen als bediende seinen toegepast (bron: J.G.C. van de Meene). Foto: B. Kers (in 1979). (*) zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Overijssels_Kanaal Hoofdseinpaal van het vroegere automatisch blokstelsel met armseinen op het baanvak Almelo – Mariënberg. Dit inrijsein voor de beveiliging van het station Vroomshoop (Vhp) stond aan de Almelose kant en we kijken hier naar het noorden, richting Mariënberg. Het jaar van indienststelling is momenteel niet bekend en is nog in onderzoek. Het voorsein en het inrijsein stonden aan de zuidkant van de brug over het kanaal (*) en werden bediend vanuit de Alkmaarse Handelinrichting bij het station Vroomshoop. Door de elektrische bediening waren er geen trekdraden onder het water door nodig en ook geen bedieninrichting (wachtpost) aan de zuidkant van het kanaal. Deze beveiliging met armseinen is buiten dienst gesteld toen Vroomshoop VCVL kreeg op 5 september 1984. Deze seinpalen werden ook op een paar andere plaatsen als bediende seinen toegepast (bron: J.G.C. van de Meene). Foto: B. Kers (in 1979). (*) zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Overijssels_Kanaal


Hoofdseinpaal (met wiebertje) te Mariënberg als uitrijsein D4 van spoor 4 richting Coevorden.
Foto: B. Kers (in 1979).
Hoofdseinpaal (met voorsein) als inrijsein te Gramsbergen richting Coevorden. Foto: B. Kers (in 1979).


Hoofdseinpaal als uitrijsein (met zwaluwstaart armen) te Coevorden op hooggeplaatst bordes, met linksleidend (laag) richting Laarwald (Duitsland) en rechtsleidend (hoog) richting Gramsbergen. Voorseinpaal als voorsein voor de beveiliging van het station Gramsbergen (Gbg) vanuit de richting Coevorden. Foto: B. Kers (in 1979).


Hoofdseinpaal als inrijsein (met zwaluwstaart armen) te Gramsbergen op hooggeplaatst bordes, vanuit de richting Coevorden. Foto: B. Kers (in 1979). Hoofdseinpaal (met voorsein) als inrijsein te Delden vanuit Hengelo. Foto: B. Kers (in 1979).


Hoofdseinpaal (met voorsein) als inrijsein te Delden vanuit Hengelo. Foto: B. Kers (in 1979). Hoofdseinpaal als inrijsein (met zwaluwstaart armen) te Laren-Almen op hooggeplaatst bordes, vanuit Lochem. Foto: B. Kers (in 1979).


Heuvelsein te Rotterdam Zuid IJsselmonde. Foto: B. Kers (in 1979). Alkmaarse Handelinrichting te Vriezenveen; 31 mei 1980. Foto: J.G.C. van de Meene.


Emplacement Amsterdam oostzijde, met zicht op station, seinbrug en seinhuis. Datum niet precies bekend, maar plm. 1970. Foto: collectie B. Kers. Post I Amsterdam Westelijk Eiland (ook wel seinhuis Westzijde genoemd); 14 augustus 1973. Op 21 april 1974 (aanvang dienst om 06.07 uur) kwam de NX in Amsterdam in dienst. Er verdwenen toen dus 5 posten. De 220 wissels en 165 seinen werden vanaf dat moment bediend vanuit de post op het CS, eerste perron boven. Overigens was in september 1974 post I al geheel verdwenen, terwijl aan de oostzijde de seinbrug al ontmanteld was en het interieur van de post; het gebouw volgde toen daarna ook. Het seinhuis op deze foto waakte over de veilige rijwegen op het westelijke emplacement en bediende de overeenkomstige wisselgroepen en seinen. Bron en foto: Peter van der Vlist.


Seinhuis Oostzijde te Amsterdam CS; 19 augustus 1974. Op 21 april 1974 (aanvang dienst om 06.07 uur) kwam de NX in Amsterdam in dienst. Er verdwenen toen dus 5 posten. De 220 wissels en 165 seinen werden vanaf dat moment bediend vanuit de post op het CS, eerste perron boven. Overigens was in september 1974 post I al geheel verdwenen, terwijl aan de oostzijde de seinbrug al ontmanteld was en het interieur van de post; het gebouw volgde daarna ook. We zien een jarenlang vertrouwd beeld: Hondekopmaterieel in de treinserie 1800 naar Nijmegen. Treinstellen ELD2-347 + ELD4-721 bij vertrek als trein 1837 uit Amsterdam CS. Bron en foto: Peter van der Vlist. Seinhuis Oostzijde te Amsterdam CS; 19 augustus 1974. Op 21 april 1974 (aanvang dienst om 06.07 uur) kwam de NX in Amsterdam in dienst. Er verdwenen toen dus 5 posten. De 220 wissels en 165 seinen werden vanaf dat moment bediend vanuit de post op het CS, eerste perron boven. Aan de oostzijde was de seinbrug al gesloopt, de post bijna. De e-locs 1305 en 1103 zijn bezig met een verschillend klusje. Loc 1305 brengt een rijtuig weg naar de Dijksgracht als een ledig materieeltrein en loc 1103 brengt trein 1633 naar Enschede. Het seinhuis op deze foto waakte over de veilige rijwegen op het oostelijke emplacement en bediende de overeenkomstige wisselgroepen en seinen. Bron en foto: Peter van der Vlist.


Utrecht Centraal Station, zuidzijde. Seinhuis post C heeft het uitrijsein veilig gezet voor een vertrekkende dieseltrein naar Arnhem, bestaande uit de treinstellen DE5-185 (voorop) en DE3-113 (achterop); 1 september 1970. Links achter dit seinhuis lag het postkantoor dat later is afgebroken om plaats te maken voor een nieuw hoofdkantoor van de NS (Hgb IV). De trein wisselt door naar het rechterspoor Arnhem; het dieselmaterieel kwam van de werkplaats in Utrecht en werd overgebracht naar Arnhem. Het tracé loopt hier samen met de twee sporen naar/van ’s Hertogenbosch, zodat het baanvak hier in feite viersporig is met overloopwissels ter hoogte van de aansluiting Utrecht Veemarkt. Rechts van dit baanvak (gezien naar het zuiden) ligt het opstelterrein Utrecht Post K dat in latere jaren qua capaciteit werd uitgebreid en OpstelterreinZuidzijde ging heten (Ut OZ). Foto: Peter van der Vlist. Bordesseinbruggen te Haarlem, links de inrijseinen vanuit Oude Lijn en rechts vanuit de richting Bloemendaal. De treinstellen mat.’46 ELD2-228 en mat.’54 ELD4-790 komen als trein 1124 Vlissingen – Amsterdam binnen in Haarlem; 12 juni 1973. De NX-beveiliging in Haarlem ging in dienst per 25 mei 1975. Foto: Peter van der Vlist.


Bordesseinbruggen te Haarlem, links de inrijseinen vanuit Oude Lijn en rechts vanuit de richting Bloemendaal. TEE-treinstel SBB 502 heeft Haarlem zojuist verlaten en vervolgt als trein TEE 91 zijn weg van Amsterdam naar Zwitserland; 12 juni 1973. De NX-beveiliging in Haarlem ging in dienst per 25 mei 1975. Foto: Peter van der Vlist. Bordesseinbrug te Haarlem met de inrijseinen vanuit Oude Lijn. Rechts komt treinstel mat.’64 EL2-460 (Werkspoor 1969/1970, deelserie plan V4) binnen te Haarlem; 12 juni 1973. Links staat treinstel mat.’64 ELD4-520 in de boog geparkeerd. De NX-beveiliging in Haarlem ging in dienst per 25 mei 1975. Foto: Peter van der Vlist.


Utrecht Centraal Station, zuidzijde met uitrijseinen. Tegen een decor van de Katreinetoren en een woontoren van Hoog Catharijne staat links treinstel mat’54 ELD4-711 naar Nijmegen als trein 553, rechts treinstel mat.’54 ELD4-735 naar Den Haag als trein 48; 1 februari 1974. Foto: Peter van der Vlist. Bordesseinpaal te Elst. In Elst (De Vork) voegt de oostelijke Betuwelijn (Geldermalsen – Elst – Arnhem) in op het hoofdspoor Nijmegen – Arnhem en ten oosten ligt het rangeeremplacement. We zien hier de seinbrug vanaf de zijde Nijmegen. Voor treinstel mat.’46 ELD2-228 als trein 4448 Nijmegen – Arnhem is voorbij rijden toegestaan, gezien het schuin omhoog staande zwaluwstaartarmsein. Het eronder staande voorsein geeft aan, dat er langzaam gereden moet worden voor het volgende hoofdsein i.v.m. een stop in het verderop gelegen station Elst. Het rechter zwaluwstaartsein staat onveilig; dit sein bewaakt de toegang tot het rangeeremplacement; 15 augustus 1974. Foto: Peter van der Vlist. Armseinen met een zwaluwstaartuiteinde werden toegepast bij splitsingen.


Seinhuis Hoogezand. Dit seinhuis is bewaard gebleven en is na demontage weer opgebouwd in het Spoorwegmuseum. DB-motorrijtuig 627 008 is een aantal dagen in Nederland en maakt proefritten in het noorden van het land. Uiteindelijk zal dit materieeltype de basis vormen voor het later door NS bestelde materieel dat de bijnaam “Wadloper” zou krijgen. Het rijtuig is zojuist vertrokken; 6 februari 1978. Foto: Peter van der Vlist. Het opstelterrein aan de zuidzijde van Utrecht CS dat beheerd werd door de opzichter van Post K werd in het najaar 1981 opnieuw ingericht. Deze Post diende als opzichters- en rangeerdersverblijf voor de begeleiding van en toezicht op de rangeerdelen naar en van het opstelterrein.
Kenmerkend voor de modernisering van het emplacement was de bouw van een wasmachine, het herstructureren van de sporenlayout, aanleggen van een reinigingsperron en bouw van een seinhuis. De handwissels werden vanuit deze post centraal en elektrisch bediend. Het terrein kreeg de naam Opstelterrein Zuid, het gebouw werd Post OZ. De rangeerdienstleider overzag vanuit zijn hoge positie de diverse sporen en het daar staande materieel. De rangeeropdrachten werden via de portofoon gegeven. De bedienapparatuur bestond uit een tableau met alleen wisselbediening-op-afstand en zonder spoorbezettingssignalering. Er werden twee sporen, 101 en 102, aangewezen als “overgavesporen” richting de kap. De uitrijseinen hier werden bediend door post T Utrecht CS. Op deze foto van Peter van der Vlist is het gebouw nog niet in dienst; 27 oktober 1981.


Post OZ in Utrecht is in bedrijf; 12 augustus 1982. Foto: Peter van der Vlist. Bordesseinbrug te Haarlem met de inrijseinen vanuit de Oude Lijn (vanaf Leiden). Treinstellen mat.’64 ELP2-861 (Talbot/Düwag 1972, deelserie plan V8) + ELP2-873 (Talbot 1972/1973, deelserie plan V9) + ELP2-802 (Werkspoor 1970/1972, deelserie plan V7) als trein 1273 Amsterdam – Venlo zijn uit Haarlem vertrokken en zullen de Oude Lijn (Amsterdam – Rotterdam) volgen, op weg naar hun eindbestemming; 8 juni 1973. Foto: Peter van der Vlist. Op de achtergrond zien we nog het gepasseerde uitrijsein op veilig staan.


Uitrijsein (van spoor 3) is zojuist gepasseerd door Hondekoptreinstel ELD2-390 dat als trein 6052 aan zijn reis naar Utrecht is begonnen. Vanaf de andere zijde komend zien we dat de inrijseinpaal als daglichtsein al geplaatst is, maar nog niet in dienst. Foto: Peter van der Vlist, 11 juni 1983. Vijf dagen later kreeg Tiel zijn door Utrecht bediende VCVL op 16 juni 1983 (Abv 4831). Bron: J.G.C. van de Meene. Heerlen. Hoofdsein dat ook geldt voor rangeren en rangeerstoplantaarn die geldt voor het spoor rechts ervan (ongebruikelijk, met rechtswijzende pijl dus). Foto: Adriaan Pothuizen; 19 februari 1985.


Het inrijsein te Schaesberg (komend vanaf Heerlen). De bordesseinpaal is een zogenaamd vertakkingssein en beveiligt een splitsing, dus waar een spoor zich via wissels splitst in twee of meer sporen. Vertakkingseinen zijn kenbaar aan hun zwaluwstaartvormig uiteinde. Het bordes bevat hier drie zwaluwstaart-seinarmen op gelijke hoogte; de sporen er achter mogen dus zowel linksaf, rechtdoor als rechtsaf met dezelfde snelheid (max. 40 km/uur) bereden mag worden in de veilige stand (schuin omhoog), met alleen voor rechtdoor ook het voorsein van het uitrijsein. Het seinbeeld toont op deze foto van Adriaan Pothuizen voor alle sporen de stand “stop”; 19 februari 1985. Schaesberg. Voorsein (achterzijde), behorend bij het inrijsein op de linker foto hiernaast. Foto: Adriaan Pothuizen; 19 februari 1985.


Schaesberg. Zelfde voorsein als vorige foto, maar nu voorzijde. Voor een betere zichtbaarheid zijn de armen in rood-wit uitgevoerd. Foto: Adriaan Pothuizen, 19 februari 1985. Het inrijsein te Schaesberg (komend vanaf Kerkrade), achterzijde. Het bordes bevat hier twee zwaluwstaart-seinarmen op ongelijke hoogte. Het hoge sein heeft tevens het voorsein van het uitrijsein. Foto: Adriaan Pothuizen, 19 februari 1985.

Hilversum, spoorwegovergang Noorderweg/Schoolstraat met seinhuis post I, februari 1959.

Foto: Jacques Stevens. Bron: de foto is te vinden in het Streekarchief Gooi en Vechtstreek. Klik hier. Collectie Edward Bary.

Bezoek ook eens de website van Jan Barnier: Foto van Hilversum is een feest van herkenning.

Ik woonde vanaf mijn geboorte in 1946 vlak bij het spoor. Misschien wel daarom of juist daardoor is mijn spoorse belangstelling nooit meer uit mijn genen verdwenen. Vanaf de Simon Stevinweg was het tien minuten lopen naar deze spoorwegovergang aan de Noorderweg. Een hangplek langs het spoor voor jeugdige spoorwegbelangstellenden waar van alles te zien was; het treinverkeer op de Gooilijn was interessant en alle rituelen daaromheen niet minder. Jaren vijftig sentiment. Het beeld staat in mijn geheugen gegrift. Ik fotografeerde in de jaren vijftig zelf nog niet, maar dankzij internet en de digitalisering van oude foto’s komen steeds meer beelden beschikbaar voor een groter publiek. Met name het Streekarchief Gooi en Vechtstreek werkt aan de ontsluiting van haar archief middels digitalisering. Wie op de website rondsnuffelt komt tot verrassende ontdekkingen.

Op de foto zien we seinhuis I, destijds gelegen bij de spoorwegovergang Noorderweg/Schoolstraat in Hilversum. Het seinhuis maakte deel uit van een reeks van seinhuizen en wachtposten die nodig waren om wissels en seinen te bedienen en de treinen veilig over het spoor te leiden, inclusief de bediening van de sluitbomen van de talrijke gelijkvloerse spoorwegovergangen voor het wegverkeer. De bediening was elektro-mechanisch met trekdraden, handels en zekeringen. Seinhuis I te Hilversum bediende de sluitbomen van de spoorwegovergang Noorderweg/Schoolstraat in Hilversum en de seinen en wissels op het noordelijk deel van het emplacement.

Met ingang van 2 maart 1959 kwamen al die Hilversumse seinhuizen te vervallen met de indienststelling van één centrale post vanwaar uit de wissels en seinen elektrisch aangestuurd werden, de zogenaamde stationsrelaisbeveiliging deed bij NS zijn intrede, niet alleen in Hilversum , maar overal in den lande. Deze centrale seinhuizen kregen in spoortaal de naam Post T, de huisvestingsplek van de treindienstleider die met een centraal toestel het complete stationsemplacement bediende. Deze toen nieuwe techniek had de naam NX-beveiliging. Met twee eenvoudige handelingen van bedienknoppen (eNtrance en eXit) op een tableau kon voor een trein een hele rijweg bediend worden met alle voor die trein benodigde zekering van wissels en seinen. De overwegen werden geautomatiseerd met ahob’s, de bekende automatische halve overweg installaties. Deze moderniseringen leverden veel efficiency op; minder bedienend personeel, grotere veiligheid, korte treinopvolgingen en minder lang wachten voor het wegverkeer.

Op deze foto, vermoedelijk gemaakt in de winter 1958/1959 is de ahob-installatie van de "kleine spoorbomen" reeds geplaatst, maar staat nog ingepakt. Het muurtje rechts is de afscherming van het tunneltje, dat aangelegd was voor voetgangers en fietsers om het lange wachten te bekorten.

Het seinhuis Post T Hilversum NX (de treindienstleiderspost) bij het station, het bekende gele stenen gebouwtje bij de voormalige grote spoorbomen, gesloopt bij de vernieuwing in 2007, kwam op 2 maart 1959 in dienst en daarmee dus ook de stationsrelais-beveiliging voor de aansturing van wissels en seinen. De spoorwegovergang met ahob kwam ook op deze datum in dienst. De sluitbomen van de ahob staan hier op deze foto nog zichtbaar ingepakt (in winterse sferen) met katoendoek. De foto zal kort voorafgaand aan 2 maart 1959 gemaakt zijn, vermoedelijk in februari 1959. De mechanische bediende seinhuizen Post I (Noorderweg/Schoolstraat), post II (op het 2e perron) en post III (Liebergerweg/Wandelpad) werden nadien gesloopt. Alweer geruime tijd wordt het emplacement Hilversum vanuit Amersfoort bediend en wordt gebruik gemaakt van procescomputers.

Lees alles over de Hilversumse seinhuizen op de website van Nico Spilt, “Langs de rails” in het thema “Hilversum in vroeger tijden”, deel 6 (index onder H).


Monumentaal seinhuis Roosendaal heeft nieuwe plaats

ProRail heeft het monumentale seinhuis in Roosendaal in zijn geheel verplaatst. In april 2013 werd het tussen de sporen weggehaald en 1400 meter verderop weer neergezet. Het eigendom en beheer is over gegaan naar BOEi die het gebouw gaat restaureren. Aan de verplaatsing gingen voorbereidende werkzaamheden vooraf.

Seinhuis B, zoals het officieel heet, wordt sinds 1994 niet meer gebruikt. Het karakteristieke gebouw werd in 1907 ontworpen door ir. G. van Heukelom en is sinds 2001 een rijksmonument. Op de oorspronkelijke plek, midden tussen de sporen, was het gebouw ontoegankelijk. Daarom kreeg het een nieuwe plek naast de monumentale locomotievenloods aan de Bosstraat. Het eigendom gaat over naar BOEi (de nationale maatschappij tot behoud, ontwikkeling en exploitatie van industrieel erfgoed) die op zoek gaat naar een gepaste bestemming.

Verplaatsing

ProRail heeft de verplaatsing samen met aannemer Bresser uitgevoerd op woensdag 10 en donderdag 11 april. De verplaatsing was op beide dagen te volgen via twee live webcams.
Nadat het gebouw langzaam was losgemaakt van de fundering werd het uiteindelijk met behulp van vijzels op een zogeheten SPMT (Self Propelled Modular Transporter) gezet. Deze platte wagen met heel veel wielen, bracht het 240 ton wegende gebouw met een snelheid van maximaal 5 km per uur naar haar nieuwe plaats.

Samenwerking

De verplaatsing en restauratie van het seinhuis kost 1,8 miljoen euro. ProRail en de provincie Noord-Brabant leveren samen de grootste bijdrage. Verder betalen ook BOEi en de gemeente Roosendaal mee.

Seinhuis B te Roosendaal was een bekend foto-object op zijn oorspronke-lijke plek. Het is verplaatst en zal behouden blijven. Het beeldbepalende railmonument heeft een nieuwe plek naast de voormalige locomotievenloods gekregen.

Foto: ProRail.


Seinhuis B te Roosendaal is verplaatst op zogenaamde roltransportwagens, zogeheten SPMT (Self Propelled Modular Transporter).

Tekening: ProRail.


Seinhuis B liet rond 21:00 uur zijn oude plek op het emplacement Roosendaal definitief achter zich en ging op weg naar zijn nieuwe plaats bij de voormalige locomotievenloods. Kort na dit punt, op de Houtbank, werd eerst een nachtpauze ingelast. Op donderdag 11 april werd het transport succesvol afgerond. De klus is aan het eind van de dag geklaard. Moment opname uit de webcampresentatie. Het hele seinhuis van 240 ton rust op een SPMT (Self Propelled Modular Transporter). Rond 18:00 uur op donderdag is het seinhuis eindelijk op zijn laatste rustplaats aangekomen. Na een flinke vertraging is het gebouw vlak voor zes uur op zijn definitieve plek gezet. BN De Stem hield twee dagen een live-blog bij met updates, klik hier. Het spektakel kreeg veel aandacht in de media, o.a. in NOS-journaals, Omroep Brabant en Hart van Nederland. Enkele negatieve reacties daargelaten, mag de verplaatsing en redding van dit industrieel erfgoed als een geslaagd staaltje vakmanschap beschouwd worden.