[0] [1]

De RTM in de jaren 1965 en 1966 – verdwenen tramwegarcheologie

De opheffing, sloop van de railinfrastructuur en redden wat er te redden viel.

Het einde van de RTM betekende het begin van een rijdend museum als cultuurhistorisch railerfgoed.

Inleiding

In de 20e eeuw lagen er in Nederland tal van regionale en interlokale tramlijnen waarmee reizigers en vooral ook goederen werden vervoerd. Daarmee werden vooral het platteland en de steden en dorpen daarin bediend met goede verbindingen die weer aansluiting gaven op het vaderlandse, nationale spoorwegnet. Zo was de bereikbaarheid van Nederland tot in de haarvaten verdicht. De RTM richtte zich ook op het transport van agrarische producten, vee en bouwmateriaal.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam ook in Nederland de motorisering goed op gang waardoor voor velen de bereikbaarheid en mobiliteit sterk verbeterde, vooral in de jaren vijftig en zestig. Het (eigen) autobezit nam in die jaren steeds meer toe. Het (snel)wegennet werd verder ontwikkeld en uitgebreid en de woningbouw was volop aan de gang. Steeds meer werden trambedrijven opgeheven of werden vervangen door busdiensten.
Na de watersnood van 1953 werden de tramlijnen van de RTM één voor één opgeheven en werd het openbaar vervoer op de eilanden meer en meer verzorgd door busdiensten en later ook door de Rotterdamse metro van de RET. Op Schouwen-Duiveland en in West-Brabant keerde tram na 1 februari 1953 niet meer terug. De overige lijnen kwamen nog wel in bedrijf, maar in de Hoekse Waard en op Goeree-Overflakkee werden de tramdiensten in 1956-'57 stilgelegd, waarna alleen de trams naar Voorne-Putten nog overbleven, die in 1965-'66 door busdiensten werden vervangen. Op 14 februari 1966 reed de laatste tram tussen Hellevoetsluis en Spijkenisse.

In de jaren van de opheffing van de tramlijnen van de RTM in 1965 en 1966 werd in Rotterdam al volop gebouwd aan de eerste metrolijn tussen het station Rotterdam Centraal en het winkelcentrum Zuidplein op de linker Maasoever. Deze eerste metrolijn, Noord-Zuidlijn genoemd, was tevens de eerste van Nederland, en bij de opening een van de kortste metrolijnen ter wereld: slechts 5,9 kilometer. Op 9 februari 1968 openden prinses Beatrix en prins Claus in het bijzijn van toenmalig burgemeester Wim Thomassen en RET-directeur drs. C.G. van Leeuwen de metrolijn op het Centraal Station met een rit naar Zuidplein. Met de bouw van de lijn, die ruim zeven jaar duurde, was een bedrag van 170 miljoen gulden (ruim 77 miljoen euro) gemoeid, plus twintig miljoen gulden (negen miljoen euro) aan bijkomende werken. Om de Rotterdammers kennis te laten maken met dit nieuwe vervoermiddel, mocht iedere inwoner eenmaal een gratis ritje maken met de metro. Het metronet is in de jaren daarna sterk uitgebreid en bereikte uiteindelijk ook Spijkenisse.

Het tramlijnennet en de veerdiensten van de RTM op de Zuidhollandsche en Zeeuwse eilanden.

Het bedrijfskenmerk van de RTM.

Van Hilversum naar de RTM

Mijn actieve railhobby startte in de zomer van 1962, min of meer naar aanleiding van een trieste gebeurtenis die niet alleen mij - als toen 15-jarige scholier en wonende in Hilversum - volop raakte, maar vrijwel de hele Nederlandse bevolking: de spoorwegramp op 8 januari 1962 bij Harmelen. In augustus 1962 maakte ik op het Amsterdamse Centraal Station mijn eerste spoorfoto’s. Daarna leerde ik enkele Hilversumse en Amsterdamse spoorhobbyvrienden met gelijke interesses kennen en werd ik nog in datzelfde jaar (junior-)lid van de NVBS. Mijn actieve interesse in de RTM dateert van begin 1964. Het laatste volledige jaar van de tramexploitatie bij de RTM op Voorne-Putten heb ik dan ook nog net meegemaakt. Doordat ik ook familie in Rotterdam had wonen, konden vanuit diverse logeerpartijen ook meerdaagse kruistochten naar de RTM gemaakt worden, vaak met stadstramlijn 2 (Charlois) of 3 (Groene Zoom) naar het Stieltjesplein. Het leidde tot talrijke bezoekjes en diverse ritten: in 1964 kocht ik mijn eerste kleinbeeldcamera: een Voigtländer Vito-CLR Lanthar met vaste lens: 50 mm. Alle foto’s en dia’s van de RTM zijn met deze camera gemaakt. Op deze pagina komen de jaren 1965 en 1966 aan bod waarin het (naderende) einde van de RTM nadrukkelijk een railhobby-facet is geweest. Met filmer Ton Pruissen bezocht ik o.m. op 3 november 1964 en 9 augustus 1966 per bromfiets de RTM en zijn zwartwit en kleurenfilms films gemaakt. Op 25 oktober 1964 nam ik deel aan een door de NVBS georganiseerde afscheidsexcursie.

De jaren zestig

Medio jaren zestig was de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij het allerlaatste regionale trambedrijf in Nederland en had van oorsprong een uitgebreid tramnet waartoe ook diverse veerdiensten behoorden. Deze maatschappij had ook al een uitgebreid busnet. Van haar enorm uitgestrekte tramnet op de Zuidhollandsche en Zeeuwse eilanden was op dat moment nog maar een klein stamnet op het voormalige eiland Voorne-Putten overgebleven. Alle andere lijnen waren al eerder opgeheven.

De massamotorisering en verbussing in het begin van die jaren 60 was er de oorzaak van dat voor regionale tramlijnen geen winstgevende exploitatie meer mogelijk was. In Rotterdam kwam in 1968 de eerste metrolijn in bedrijf van het Centraal Station naar Rotterdam Zuid, met een tunnel onder de Maas en vanaf Maashaven op een bovengronds viaduct. Na de jaren van wederopbouw als gevolg van de Tweede Wereldoorlog moest de woningnood voor de groeiende stadsbevolking gevonden worden in stadsuitbreidingen, veelal in de vorm van hoogbouwflats. In die jaren vonden aan de zuidkant van Rotterdam stadsuitbreidingen plaats. Nieuwe wijken ontstonden en omliggende dorpen en plaatsen werden veelal geannexeerd en ook volgebouwd. Hoogvliet, Poortugaal, Rhoon en Spijkenisse, langs de belangrijke vervoersas Groene Kruisweg (thans S 102), groeiden en werden later na de verlenging van de noord-/zuidmetrolijn bediend.
De motorisering veroorzaakte drukte op de wegen. Vervoer ging makkelijk, sneller en directer en van echte files was nog amper sprake. Voor regionale trambedrijven was geen plaats meer.

Einde van de RTM

Bovenstaande ontwikkelingen leidden tot het besluit de tramdiensten te gaan beëindigen. Aanvankelijk was de RTM van plan haar tramdiensten op het restant van haar tramnet op Voorne-Putten te beëindigen per 1 januari 1965 en deze door busdiensten te vervangen. De uitvoering van dit besluit werd echter een jaar opgeschoven en de opheffing werd in drie fases uitgevoerd:

  • De laatste RTM-tram tussen Spijkenisse en Oostvoorne reed op 23 september 1965. Dat was tram 59 bestaande uit motorrijtuig MABD 1602 met de rijtuigen 1508 en 1509 en kwam om 12:52 uur aan in Oostvoorne. De tram reed als ledig materieel terug naar Spijkenisse.
  • De laatste RTM-tram tussen Rotterdam en Spijkenisse reed op zaterdag 6 november 1965 (het Sperwer-tramstel 1700).
  • Op 14 februari 1966, in een vliegende sneeuwstorm, reed de laatste tram tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis. Met tram 69 bestaande uit motorwagen 1806 met de rijtuigen 1508 en 1515 en voor de genodigden waren daar de rijtuigen 1505 en de 1513 nog extra bijgezet, aankomst Hellevoetsluis om 14:48 uur, viel definitief het doek van de tramexploitatie.

De RTM, waarvan vrijwel alle aandelen in 1964 in handen van de NS waren gekomen, bleef nog bestaan als busmaatschappij. Daarbij werd de hoofdzetel van het bedrijf verplaatst van Rotterdam naar Zierikzee. In 1978, honderd jaar na de oprichting, ging de RTM, met twee andere voormalige stoomtrambedrijven Streekvervoer Walcheren (SW) en Zeeuws-Vlaamse Tramweg-Maatschappij (ZVTM), op in de N.V. Streekvervoer Zuid-West-Nederland (ZWN), eveneens te Zierikzee. Deze maatschappij is per 1 mei 1999 opgegaan in het conglomeraat Connexxion, waarin ook oud trambedrijf NZH is opgenomen.

Oostvoorne, 23 september 1965

Vijf dagen voor de opheffing van de tram naar Oostvoorne fotografeerde Piet Kiers op 18 september 1965 motorrijtuig MABD 1602 met de rijtuigen 1508 en 1509 bij de Welleweg in Brielle bij de in aanbouw zijnde wijk Rugge. Foto: Piet Kiers, 18 september 1965 (collectie RTM-Archief – 149.286/NVBS-archief 253.783).
De laatste RTM-tram tussen Spijkenisse en Oostvoorne reed op 23 september 1965. Dat was tram 59 bestaande uit motorrijtuig MABD 1602 met de rijtuigen 1508 en 1509 en deze kwam om 12:52 uur aan in Oostvoorne. De tram reed als ledig materieel terug naar Spijkenisse en Rotterdam. De foto toont de binnenkomst in Oostvoorne. Foto: Arie Baars (collectie RTM-Archief – 150.185).

De plaatselijke bevolking was uitgelopen om de laatste tram in Oostvoorne te verwelkomen: motorrijtuig MABD 1602 met de rijtuigen 1508 en 1509 vervoerden de laatste reizigers. Het materieel ging als diensttram leeg terug. Bij Zwartewaal werden nog wel een aantal passagiers meegenomen. Foto: Arie Baars, 23 september 1965 (collectie RTM-Archief – 150.186).

Burgemeester Bolwit van Oostvoorne samen met wagenvoerder Jan Koster op het voorbalkon van de 1602, conducteur was Jo van Popering komt juist aangelopen. Aan een bewogen tijdperk kwam hier een einde. Oostvoorne, 23 september 1965. Fotograaf niet bekend. (collectie RTM-Archief – 150.187).

Deltaplan maakt de eilanden beter bereikbaar

Met het gereedkomen van de dammen van het Deltaplan verdwenen ook de veerdiensten van de RTM. Het laatste veer, tussen Zijpe en Anna Jacobapolder ging uit de vaart met de voltooiing van de Philipsdam in 1988. Meteen in 1966 ontfermde de Tramweg Stichting (TS), opgericht door de NVBS zich over een deel van het materieel. De gedachte hierachter was: “redden wat er te redden valt” en te komen tot een mogelijk museum. In Hellevoetsluis werden de eerste aanzetten daartoe genomen. Maar de verdere plannen om daar een museumlijn te stichten mislukten door tegenwerking van de lokale overheid. In het voorjaar van 1989 verhuisde de collectie naar Ouddorp waar in het duingebied van De Punt aan het Grevelingenmeer wel de ruimte was om een toeristische tramlijn te exploiteren, inclusief een tracé over de Brouwersdam.

Begin 1964 raakte ik geïnteresseerd in de RTM. Dat was nog nèt op tijd, om het trambedrijf op Voorne-Putten met de lijnen Rotterdam Zuid Spijkenisse – Oostvoorne en Spijkenisse – Hellevoetsluis in “”ongeschonden” staat nog volledig mee te maken in zijn laatste, volledige exploitatiejaar.
Het vertrekstation was uiteraard Rotterdam Rosestraat, bereikbaar per trein vanaf Rotterdam CS met de stadstram naar Stieltjesplein of vanaf de NS-halte Rotterdam Zuid.

Naderend onheil

In de loop van 1964 waren er voortekenen, dat de RTM per 1 januari 1965 de tramdiensten op het resterende net op het Zuidhollandse eiland Voorne-Putten zou gaan beëindigen. Daarmee zou ook een einde komen aan smalspoortramlijnen (spoorwijdte van 1067 mm) in Nederland. Ook een einde aan het laatste restant van cultuurhistorisch railerfgoed, namelijk het transport van passagiers en goederen tot in de haarvaten van het platteland in een periode dat de (auto)mobiliteit nog schaars was. Grote groepen van de bevolking waren van deze vorm van vervoer in het naoorlogse Nederland afhankelijk. De laatste nog in exploitatie zijnde lijnen waren die van Rotterdam naar Spijkenisse en vandaar een tak naar Oostvoorne en naar Hellevoetsluis. Het ooit zeer uitgebreide net was al drastisch ingekrompen en op Schouwen Duiveland, Goeree Overflakkee en in de Hoekse Waard al verdwenen. Het voorgenomen besluit de tramdiensten bij de RTM te gaan staken, bracht in onze railhobby de nodige onrust. Per wanneer? Laatste rit? Wat kon er vanuit de gedachte aan het willen bewaren van historisch railerfgoed nog ondernomen worden? Dat leidde bij de NVBS tot de oprichting van de Tramweg Stichting met het doel zoveel mogelijk nog beschikbaar trammaterieel veilig te stellen en mogelijk in de toekomst als museum opnieuw te exploiteren. In Hoorn – Medemblik kwamen initiatieven tot stand voor de oprichting van een museumlijn. Zie foto’s hiervan op deze website, klik op deze pagina.

Op 25 oktober 1964 hield NVBS, zich zéér bewust van een verdwijnend tijdperk, een afscheidsexcursie naar de RTM. Een verslag hiervan staat al beschreven op deze pagina. Maar wat gebeurde er daarna?

Zoals hiervoor al beschreven, werd de uitvoering van het besluit per 1 januari 1965 de tramdiensten definitief te staken opgeschoven en gefaseerd ingevoerd. Dat had alles te maken met het andere besluit om de tramdiensten door busdiensten te gaan vervangen en daar waren de lokale bestuurders en de RTM-directie het niet steeds unaniem over eens. Uiteindelijk kon een gefaseerde invoering gerealiseerd worden zoals aangegeven.

Hellevoetssluis, 14 februari 1966

Op 14 februari 1966, in een vliegende sneeuwstorm, reed de laatste tram tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis. Met tram 69 bestaande uit motorwagen 1806 met de rijtuigen 1508 en 1515 en voor de genodigden waren daar de rijtuigen 1505 en de 1513 nog extra bijgezet, aankomst Hellevoetsluis om 14:48 uur, viel definitief het doek van de tramexploitatie. Het RTM-personeel poseert bij de tram, Adrie den Tuinder, Jan Koster, Jan Roos en Jan Smit. Foto: Arie Baars (collectie RTM-archief – 148.750).
Hoe anders was het dan in september 1965 in Oostvoorne: nu was het volop winter !
Reizigers en genodigden stappen uit de laatste tram in Hellevoetsluis.
Foto: Henk Ontrop, 14 februari 1966 (collectie RTM-archief – 212.042).


Met een gereserveerde bus werden de genodigden huiswaarts vervoerd. Foto: Henk Ontrop, 14 februari 1966 (collectie RTM-archief – 212.044).

M1806 en M67 in actie bij opbraak

Vrijwel direct na de algehele stillegging en beëindiging van de tramdiensten werd de railinfrastructuur onttakeld. Op deze pagina staan enkele foto’s m.b.t. de afbraak en sloop.
Met de opbraak is daadwerkelijk begonnen op 1 augustus 1966, de M67 werd ingezet als werktram en begon met de werkzaamheden vanaf de Maashaven. Daar werden de eerste spoorstaven verwijderd. De M67 deed dit tot aan de Rosestraat. De M1806 deed dit de andere kant op, richting Oostvoorne, dit bestond hoofdzakelijk uit telefoonpalen trekken en perrons opbreken e.d. De baan is door RTM-medewerkers tot de Kromme Zandweg opgebroken, met de 1806. De M1806 is op 17 oktober 1966 nog naar het strand te Oostvoorne gereden en heeft daarna de rijtuigen AB1513 en B1515 naar het depot van de Tramweg Stichting te Hellevoetsluis gebracht. Deze laatste twee rijtuigen stonden gestald in de remise te Oostvoorne. De M1806 is in november 1966 in de remise van Oostvoorne gesloopt, maar de motorgenerator werd verkocht en heeft elders nog dienst gedaan. Het grootste deel van de lijnen naar Oostvoorne en Hellevoetsluis is door een aannemer opgebroken. Strikt genomen waren de 1805 ("Meeuw") en 1806 ("Bergeend") geen (diesel)locomotieven, deze tractievoertuigen stonden bij de RTM te boek als een motorwagen vandaar de M. De juiste type-aanduiding was Md of MD, waarbij de “d” of "D" (zoals vanouds bij spoor- en tramwegmaterieel) voor bagageafdeling stond. De aanduiding Md had alleen de 1805. De 1806 en 1807 hadden alleen een M als toevoeging.

De motorwagens M 1806 en M67 waren dus betrokken bij de opbraakwerkzaamheden van de trambaan na de opheffing van het trambedrijf op Voorne-Putten op 14 februari 1966, waardoor ze na de stillegging nog relatief vaak te fotograferen waren. Als dienstmaterieel werden bakwagens, gesloten wagens en platte wagens gebruikt.

De tramlijnen zijn vanaf de Centrale Werkplaats (aan de Kromme Zandweg) door een sloperij afgebroken, de RTM telefoonlijn is wel door RTM personeel afgebroken evenals het spoor tot aan station Rosestraat en de Centrale Werkplaats.

De rijdende collectie van de RTM is terug te vinden op haar website en ook in de Nederlandse Museum Materieel Database (NMMD).

Arie Baars fotografeerde op 11 mei 1966 net na de halte Heenvliet een afbraaktram: de M1806 met bakwagen 228, platte wagen 883 en gesloten goederenwagen 728 bij het weghalen van de telefoonpalen. De 728 is mee om de rollen koperdraad in op te bergen. (collectie RTM-Archief – 149.088c).
Bij de opbraak van de railinfrastructuur van het RTM-tramnet op Voorne-Putten was motorwagen M1806 actief. Hier is RTM-personeel telefoonpalen aan het trekken net voor Heenvliet, waarbij gebruik werd gemaakt van de bakwagen 228 en platte wagen 883, op het bruggetje over de Bernisse. De tramlijnen zijn vanaf de Kromme Zandweg door een sloperij afgebroken, de RTM telefoonlijn is wel door RTM personeel verwijderd evenals het spoor tot aan station Rosestraat en de Centrale Werkplaats. Foto: Piet Reijerkerk 19 mei 1966. (collectie RTM-Archief – 149.062).
Loc M 67 op de Putselaan, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de wegkruising Putselaan/Dordtselaan in Rotterdam-Zuid. Op de achtergrond het in aanbouw zijnde metroviaduct. Rotterdam; 9 augustus 1966.
Loc M 67 op de Putselaan, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de wegkruising Putselaan/Dordtselaan in Rotterdam-Zuid. Links RET-tramstel emr. 354 in dienst op lijn 2 (Charlois – Centraal Station). Op de achtergrond het in aanbouw zijnde metrostation “Maashaven”. Rotterdam; 9 augustus 1966.

Loc M 67 op de Putselaan, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de wegkruising Putselaan/Dordtselaan in Rotterdam-Zuid. Op de achtergrond het in aanbouw zijnde metroviaduct en rechts daarvan de graansilo. Rotterdam; 9 augustus 1966.

Loc M 1806 “Bergeend”, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de Brielselaan en van het spoor naast de graansilo in Rotterdam-Zuid. Links RET-tramstel emr. 353 in dienst op lijn 2 (Charlois – Centraal Station). Rotterdam; 9 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend”, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de Brielselaan en van het spoor naast de graansilo in Rotterdam-Zuid. Rotterdam; 9 augustus 1966.
Vignet op de zijwand van loc M 1806 met het opschrift ”Bergeend”. Rotterdam, Brielselaan; 9 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend”, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de Brielselaan. Rotterdam-Zuid; 9 augustus 1966.
Rechts loc M 1806 “Bergeend”, in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de Brielselaan en links RET-tramstel emr. 356 in dienst op lijn 2 (Charlois – Centraal Station). Rotterdam; 9 augustus 1966.
Loc M 67 vertrekt van de Putselaan naar het Handelsterrein aan de Rosestraat. De loc was in dienst als werktram bij het opbreken van RTM-rails. Rotterdam; 9 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend” op weg van de Brielselaan naar Hellevoetsluis, rijdend op de Boergoense Vliet in Rotterdam-Zuid. De loc was in dienst als werktram bij het opbreken van RTM-rails. Rotterdam; 9 augustus 1966.
Loc M 67 vertrekt van de Putselaan naar het Handelsterrein aan de Rosestraat. De loc was in dienst als werktram bij het opbreken van RTM-rails. Rotterdam; 9 augustus 1966. Van links naar rechts gezien liggen hier de volgende sporen: NS-havenspooorlijn, RTM-spoor en twee sporen van stadstram 2. In het meest rechtse (tram)spoor is een stukje proeffundering voor de toekomstige metro te zien in een betonnen bak.
Loc M 1806 “Bergeend” op weg van de Brielselaan naar Hellevoetsluis, rijdend op de Boergoense Vliet in Rotterdam-Zuid. De loc was in dienst als werktram bij het opbreken van RTM-rails. Rotterdam; 9 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend” met goederenwagon 646 in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de Brielselaan en van het spoor naast de graansilo. Rotterdam-Zuid; 10 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend” met goederenwagon 646 in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails in de Brielselaan en van het spoor naast de graansilo. Rotterdam-Zuid; 10 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend” met goederenwagon 646 (werktram opbreken RTM-rails) en RET-tramstel emr. 351 in dienst op lijn 2 (Centraal Station – Charlois) op de Brielselaan. Rotterdam-Zuid; 10 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend” met goederenwagon 646 (werktram opbreken RTM-rails), Brielselaan. Rotterdam-Zuid; 11 augustus 1966.
Loc M 1806 “Bergeend” op weg van Rotterdam Brielselaan (in dienst als werktram bij het opbreken van de RTM-rails) naar Hellevoetsluis, bij vertrek uit Spijkenisse; 11 augustus 1966.

Gesloten goederenwagon 646 op het terrein van de werkplaats aan de Kromme Zandweg in Rotterdam-Zuid; 9 augustus 1966.

Tastbare herinneringen

In het landschap en in de dorpen en steden is de RTM nog altijd aanwezig. Voormalige havens, stationsgebouwen, en trambruggetjes hebben de tand des tijds doorstaan. Medewerkers van de RTM maakten een aantal jaar geleden een inventarisatie. De staan op de website van de RTM. Klik hier. Op de voormalige baantracés werden soms fietspaden aangelegd of verdwenen ze bij wegverbredingen.

Topografische veranderingen

Topografie is het nauwkeurige beschrijven en vastleggen van een landstreek, plaats of terrein, de wegen en de bebouwing daarin en de inrichting van een gebied door middel van kaarten. Uiteraard staan alle spoor- en tramlijnen in verschillende jaren er ook op.

Wie geïnteresseerd is in het verloop en de ligging van de vroegere RTM-tramlijnen kan de website topotijdreis.nl een bekijken. Op deze website kan iedereen eenvoudig bekijken hoe een bepaald stukje Nederland er 50, 100 of zelfs 200 jaar geleden uitzag. Door de kaarten van de verschillende jaren te vergelijken is meteen duidelijk hoe Nederland zich heeft ontwikkeld. Zo zijn inpoldering en verstedelijking duidelijk gevisualiseerd. Het Kadaster heeft op 24 september 2015 tijdens de Esri GIS Conferentie topotijdreis.nl gelanceerd om te vieren dat Nederland 200 jaar officieel in kaart is gebracht.
Kijk hier maar eens op deze website en met de jaartal-schuifknop (Nederland aanklikken en inzoomen) zijn diverse jaren te raadplegen van alle gedigitaliseerde kaarten, zodat de ontwikkeling van een gebied goed te volgen is. Het tracé van de trambaan op, onder andere, Voorne Putten, maar ook de andere eilanden is nog precies te volgen. Kijk maar eens op het jaartal 1964 en zoom dan in op Voorne-Putten.

RTM-archief

Op deze RTM-pagina Achtergronden blikken we met enkele bijzondere foto’s terug naar de jaren 1965 en 1966, waar niet anders aangegeven zijn de beelden eigen foto’s. Bijdragen van anderen zijn benoemd met de naam van de fotograaf en het RTM-archiefnummer.

Op deze plaats een woord van dank voor het mogen putten uit het RTM-Archief. Dit archief is thans ondergebracht bij het Streekarchief Goeree Overflakkee in Middelharnis. Er wordt volop gewerkt door vrijwilligers aan de digitalisering van documenten, tekeningen en foto's van dit belangrijke trambedrijf wat zoveel heeft betekend in de Nederlandse mobiliteit. Een stuk railerfgoed wat niet verloren mag gaan. Bij de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij in Ouddorp is de sfeer nog te proeven en te bewonderen met de oude ambachten die daar bij hoorden. Kijk hier of hier voor recente thema's.

Op 17 oktober 1966 vond een overbrengingsrit plaats van de rijtuigen AB 1513 en B 1515 van Oostvoorne (via Spijkenisse) naar Hellevoetsluis. Als trekkracht diende motorwagen M 1806 die ook al betrokken was bij de opbraak werkzaamheden van de trambaan na de opheffing van het trambedrijf op Voorne-Putten. De motorwagen is hier bezig bij de loods in Oostvoorne om de rijtuigen eruit te rangeren. Foto: Piet Reijerkerk (collectie RTM-Archief – 150.049a).








Op 17 oktober 1966 vond een overbrengingsrit plaats van de rijtuigen AB 1513 en B 1515 van Oostvoorne (via Spijkenisse) naar Hellevoetsluis. Als trekkracht diende motorwagen M 1806 die ook al betrokken was bij de opbraak werkzaamheden van de trambaan na de opheffing van het trambedrijf op Voorne-Putten op 14 februari 1966. Het konvooi rijdt hier langs de Hossenbosdijk tussen station Brielle en de halte Vierpolders. De heer Schellevis was Chef Weg en Werken bij de RTM en belast met de afhandeling van het trambedrijf. Waarschijnlijk kreeg hij de opdracht van RTM-directeur Van Zuylen om de rijtuigen naar Hellevoetsluis over te brengen. Later werden de rijtuigen door de Tramweg Stichting verworven en gingen uiteindelijk over in eigendom van de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg Maatschappij waar ze gerestaureerd werden. Daarna is de M1806 na terugkomst in Oostvoorne nog een aantal weken gebruikt bij de opbraak van de strandlijn tot aan de Zeeweg (tot eind oktober 1966). De M1806 is daarna in maart 1967 in Oostvoorne gesloopt. De motor generator set is verkocht en heeft ergens anders nog jaren dienstgedaan. De MD1805 + M67 zijn bewaard gebleven en zijn nog altijd in de rijdende dienst te bewonderen. Foto: Marius van Rijn (collectie RTM-Archief – 149.201a).
Dezelfde tram tussen Geervliet en Spijkenisse Schiekamp. M1806 met de rijtuigen AB 1513 en B 1515. Fotograaf is niet bekend;17 oktober 1966 (collectie RTM-archief – 149.040).

Het transport van de rijtuigen AB 1513 en B 1515 op 17 oktober 1966 van Oostvoorne (via Spijkenisse, kopmaken) naar Hellevoetsluis werd verzorgd door de M1806. In Nieuwenhoorn werd de motorwagen omgerangeerd naar de achterzijde van de rijtuigen om vervolgens het laatste stukje de beide rijtuigen geduwd naar Hellevoetsluis te rijden. Op het eindpunt was namelijk geen mogelijkheid meer voor de machine om te lopen. Foto: Arie Baars (collectie RTM-Archief – 149.316).
Eind oktober 1966 werd het tramtraject naar het strand in Oostvoorne ook gesloopt. De foto toont de trambaan langs de Zeeweg. Ook hier verleende de M1806 zijn laatste diensten.
Fotograaf is niet bekend (collectie RTM-Archief – 150.293).
Op deze foto is de aannemer van het sloopwerk in Vierpolders bezig met het verwijderen van de spoorstaven. Foto: Arie Baars, november of december 1966 (collectie RTM-Archief – 149.193).




RTM 1878 - 1978

Gepubliceerd op: woensdag 16 mei 2012

Uitgeverij Deboektant te Klaaswaal heeft een fotoboek uitgegeven onder de titel N.V. Rotterdamsche Tramweg Maatschappij – RTM 1878 – 1978

Het boek is een nieuw deel in de serie boeken op A4-formaat over Rotterdam en zijn omgeving.

Uitgeverij Deboektant richt zich bij voorkeur op de historie van Nederland. Zij doet dit in hoofdzaak in de vorm van fotoboeken van dorpen en steden, met daarnaast historische onderwerpen zoals stoomtrams, autobussen en stadstrams. Deze serie werd uitgegeven onder de titel ‘in vroeger tijden’. Het zijn de bekende boeken 20 x 20 cm met filmstrips op de voorzijde. Deze boeken worden momenteel niet meer uitgegeven.
Daarnaast bestaat er sinds enkele jaren een serie ‘in de 20e eeuw’. Dit zijn A4 boeken met foto’s uit het begin vorige eeuw, uit de jaren ’50 tot en met de jaren '90.
Naast deze fotoboeken houdt de uitgeverij zich bezig met historische dorpsverhalen, al dan niet in het dialect van de streek. Ook jubileumboeken voor bedrijven, scholen en verenigingen behoren tot de mogelijkheden.

ISBN: 978 90 5534 280 8
Auteur: Bas van der Heiden
Prijs: € 29,95
Omvang: 96 pagina’s A4

De auteur geeft met uitgebreide fotobeschrijvingen bij de foto’s, ansichtkaarten, plaatsbewijzen, advertenties, dienstregelingen en aandelenbewijzen een gedetailleerd inzicht het beeldmateriaal. Ook portretfoto’s van voormalige Directieleden ontbreken niet. Een uitgebreide bronnenlijst geeft aan dat tal van eerdere publicaties over de RTM zijn geraadpleegd.
Ook oudgedienden zoals RTM-conducteur Fer Huizer en wagenvoerder Theo Barten zijn de auteur van dienst geweest met het aanleveren van herinneringen. Henk Ontrop was bereidwillig de teksten van commentaar te voorzien. Het beeldmateriaal laat de veelzijdigheid van het voormalige RTM-bedrijf zien: stoom- en dieselmaterieel, veerdienstschepen, autobussen en het opbreken van de trambaan na de opheffing. Het boek volgt de geschiedenis van de RTM vanaf de oprichting in 1878 totdat het bedrijf in 1977 opgaat in de opgerichte N.V. Streekvervoer Maatschappij Zuid-West Nederland (ZWN).

Zoals de auteur zelf opmerkt: “het boek is geen complete geschiedenis, maar een greep uit de vele belangrijke geschiedkundige momenten van de RTM. Het geeft een globaal beeld”.

Als die momenten ons blijven herinneren aan 100 jaar geschiedenis, dan is dit boek een waardevolle aanvulling op andere publicaties over de RTM.

Wilt u deze uitgave bestellen, neem dan contact op met:
Uitgeverij Deboektant
Oud-Cromstrijensedijk wz. 98 te 3286 BV Klaaswaal
Tel.: 0186 – 576818
Email: info@deboektant.nl
Website: www.deboektant.nl/

Dit boek is ook verkrijgbaar in de boekhandel en bij de NVBS-winkel: NVBS Centraal in Amersfoort.